De Ingreep
De Ingreep
Column Seizoener, motto: ‘Draakjes’
De voorlichting in het ziekenhuis was aandoenlijk. Een flink aantal kinderen, zelfs een paar hele kleintjes, werd op adequaat bedoelde wijze bekend gemaakt met wat hun te wachten stond: een flinke ingreep, een operatie. Cisko was inmiddels ruim acht jaar. Onder narcose gaan is geen pretje, we vonden dat we het zo lang mogelijk moesten uitstellen. Nu voelde hij zich groot tussen de anderen.
Op een enorm scherm verschenen de verschillende ruimtes waar het een en ander ging gebeuren. Maar de beeldkwaliteit liet te wensen over en van de geur van zo’n operatiekamer kun je al helemaal geen indruk krijgen. De zusters deden hun best, demonstreerden spuiten en aanverwante zaken, er stond limonade en wat lekkers voor na afloop. Toch leek het mij dat geen van de kinderen nu precies wist wat hen te wachten stond.
De ouders des te meer. Nou schijnt een ‘niet ingedaald balletje’ een peulenschil te zijn voor de dames en heren medici, dat zal best. Maar je bidt toch dat ze voor de narcose niet een verkeerde dosis uit de kast trekken...
Bij hem sloeg de paniek toe op het moment dat ze de operatiekamer binnen reden. Op het scherm was de blinkende, piepende apparatuur met een wirwar van slangen niet opgevallen. Ook al die mensen in groene jassen, het enige groen dat niet in de natuur voorkomt, die koortsachtig heen en weer liepen met vreemdsoortig gereedschap, waren niet te zien geweest op het voorlichtingsfilmpje. Van de prik, zo vlak voor de operatie, had hij gehoord. Maar op de plaats des onheils, welke óók nog een staalharde, ijskoude tafel bleek te zijn, dààr had hij hem niet verwacht.
Eenmaal weer bij bewustzijn, in het grote ziekenhuisbed, lag ons bleke ventje dat van de pijn moeizaam naar me lachte. Ik overhandigde hem zijn eerste Opinel, met zijn naam stoer in het handvat gebrand. Gelukkig mocht hij snel mee naar huis.
Langzaam ebde het gebeurde weg. Het duurt langer dan je denkt voordat alles weer bij het oude is. Sommige nare dromen hadden er zeker mee te maken. Het was geen onzichtbare strijd, wel zo een die pas écht opvalt nadat hij gestreden is. Sindsdien zijn kleur en blijdschap weer prominent aanwezig op Cisko’s gezicht en spat de energie er weer als vanouds vanaf.
Kasper Heineke
vrijdag 8 september 2006