Interview
Interview
Beeldend Kunstenaar Diederik van Leeuwen
“Je kunt kinderen niet bijbrengen wat je zelf niet hebt doorleefd, ze doorgronden feilloos iemands authenticiteit”
Zijn atelier is de droom van menig kunstenaar: een oud schoolgebouw achter de Theresiaschool in Rotterdam-zuid, waar hij als antikraakwacht acht jaar geleden zijn intrek mocht nemen. Een aantal kinderen uit de buurt heeft zich al verzameld voor de statige ingang als ik aankom voor onze afspraak. Het eerste uur zal ik een les meemaken die Diederik van Leeuwen daar iedere woensdagmiddag geeft.
Vorige week werd er geschilderd, vandaag gaat een deel van de groep beeldhouwen met speksteen, de anderen bouwen zeepkisten onder leiding van collega Peter in het lokaal ernaast. Het is een gezellige rommel, door het hele gebouw staan schilderijen en beeldjes. “Door de zachte structuur is speksteen goed te bewerken tot abstracte vormen en na het vijlen, schuren en polijsten worden het mooie kleine objecten.” Diederik van Leeuwen (1953) vertelt rustig hoe hij er toe is gekomen om zijn werkplaats open te stellen voor deze lessen. “Op de Theresiaschool wordt per kind tien euro per jaar aan kunstzinnige vakken besteed. Dat vind ik als oud-vrijeschoolleerling schrijnend weinig en daar kan ik op deze manier wat aan doen. Er wonen hier in de buurt kinderen uit alle delen van de wereld, die veel aandacht nodig hebben.”
Het atelier
Tijdens de vrolijke les mag ik rondzwerven door het gebouw. Langs de trap word ik verwelkomd door een aantal bronzen beeldjes. Op de bovenste verdieping staan verschillende lokalen tot ‘s meesters beschikking. Ik laat de ruimtes op mij inwerken. Er trekt een wonderlijk schouwspel aan mij voorbij in het winterse zonlicht dat door de grote ramen binnenkomt: schilderijen in alle soorten en maten, schetsen en tekeningen, objecten, houtsculpturen, geboetseerde beeldjes. Veel werk dat nog om afwerking vraagt, dat al dan niet ingelijst of in brons gegoten zal worden.
Stichting Kunstwens
Na de les gaan we thee drinken in een opgeruimde, verwarmde ruimte, met rondom oude banken en een aantal grote schilderijen. Er staat ook een piano, perfect gestemd. Hier wordt af en toe vergaderd in het kader van Stichting Kunstwens waarvan Diederik de initiatiefnemer is. Hij kwam op het idee om iets te doen voor ernstig zieke kinderen, toen hij in Duitsland in een ziekenhuis werkte en merkte wat kunst met zieke mensen kan doen. Stichting Kunstwens werkt voor en met zieke kinderen. Middels een kunstwerkje dat de kinderen, waaronder ook terminale patientjes, onder begeleiding van een kunstenaar maken, kunnen zij hun zorgen even vergeten. Het initiatief dat nu drie jaar bestaat, groeit gestaag en inmiddels is er een kring van 80 kunstenaars enthousiast mee bezig. “Je merkt dat de kinderen even hun ziekte vergeten zijn. Soms zit er een boodschap in het werk. Zo’n kunstwerkje kan dan voor een terminaal patientje een hulp zijn en voor de ouders is het zeer waardevol.”
Andere wereld
Als inspiratiebron voor zijn leven en werk noemt Diederik een aangrijpende belevenis. “Als kleuter heb ik een bijna-dood-ervaring gehad. Ik had 42 graden koorts en voelde dat ik mijn lichaam verlaten had. Het was zachtgroen en vredig om mij heen, ik was totaal niet bang want ik voelde dat ik zonder mijn lichaam doorleefde. Mijn moeder begon in paniek mijn naam te roepen. Ik kwam terug en was heel moe, maar het gevoel dat het leven door gaat na de dood is mij altijd bijgebleven. Vaak zat ik achter de stoel in de huiskamer als de priester op bezoek was of als volwassenen met elkaar spraken, om nog meer over die wereld te weten te komen en een bevestiging te krijgen van hetgeen ik ervaren had.”
Zo draagt Diederik de inzichten die voeding geven aan zijn werk al van kinds af aan met zich mee. Zijn hang naar het esoterische kreeg een dramatische wending nadat hij als adolescent veelvuldig experimenteerde met drugs en op zijn 21ste koos voor een overdosis slaappillen. “In een verlangen naar de andere wereld heb ik een poging ondernomen om uit het leven te stappen. Ik voelde opnieuw dat ik niet dood kon gaan, maar nu was het pikzwart. Ik wist dat ik iets heel ergs had gedaan. Mijn broer heeft me gevonden. Daarna besefte ik dat ik door het leven heen moest, wat het me ook brengen zou. Vanaf dat moment ben ik heel hard aan het werk gegaan. Ik deed twee opleidingen tegelijk, de Rietveld- en de Rijksacademie en daarna ook nog een lerarenopleiding. Aansluitend daarop stond ik twee jaar voor de klas op de vrijeschool bovenbouw in Alkmaar.” Het was een terugkeer op een vertrouwd nest.
Geert Grote School
“Ik ging eerst naar de kleuterklas van de Montessorischool. Daar werd ik geconfronteerd met letters, maar ik wilde dat helemaal niet. De juf vond mij niet normaal omdat ik niet wilde lezen! Ik was toen al opstandig en kon er geen aansluiting vinden. Mijn moeder nam mij serieus en is toen op zoek gegaan naar een andere school. Zij was heel blij dat we de vrijeschool vonden.” De 1e t/m de 12e klas bracht Diederik door op de Geert Grote School in Amsterdam. Het was voor hem ook daar moeilijk wennen. “Als leerling was ik niet de makkelijkste omdat ik altijd ging provoceren om de essentie bloot te leggen en op de diepere lagen uit te komen. Ik durfde niet over mijn bijna-dood-ervaring te praten, bang om voor gek te worden aangezien. Als ik het had kunnen verwoorden had ik vast steun gevonden maar ik wist niet bij wie ik daar mee aan kon komen. Als leerkracht zag ik later hoe moeilijk het is om in de praktijk te brengen wat Rudolf Steiner ons aan rijkdom gegeven heeft. Je kunt kinderen niet bijbrengen wat je zelf niet hebt doorleefd, ze doorgronden feilloos iemands authenticiteit. Terugkijkend ben ik de school steeds meer gaan waarderen. Ik zie het als de beste plek waar ik als mens heb kunnen opgroeien.”
Auto ongeluk
Diederik van Leeuwen is nu 21 jaar zelfstandig kunstenaar. “Op mijn artistieke en productieve hoogtepunt, zo’n negen jaar geleden, had ik verschillende exposities tegelijk, ook in het buitenland. Ik had een enorme energie en kon voor een opdracht tientallen ontwerpen maken om uiteindelijk tot het eindresultaat te komen. Ik was voor anderen niet bij te houden. Tijd voor een vaste relatie bijvoorbeeld, had ik niet.”
Een auto ongeluk maakte korte metten met het hectische leven van toen. “Door een whiplash raakte ik veel van mijn energie kwijt, ik had nog maar tien procent over. Herstel was een langdurige kwestie omdat ik tot dat moment niet al te best voor mijn lichaam had gezorgd. Ik speelde vroeger ook veel saxofoon met mijn muzikale vrienden in Amsterdam en haalde vaak nachten lang door... Die crash deed me beseffen hoeveel energie ik daarvoor tot mijn beschikking had, maar ook dat het succes mij naar de bol was gestegen.”
Scheppingsdrang
Voortaan wilde Diederik in harmonie proberen te leven met de geestelijke wereld.
Zijn ervaringen hebben kleuring gegeven aan zijn scheppingsdrang. Hij vertelt over zijn liefde voor de muziek, die hij in schilderijen omzet, zoals hij onder andere deed met jazz of de 2e symfonie van Mahler. Daarnaast laat hij zich inspireren door het lezen van het werk van Rudolf Steiner, wiens levenswerk hij als levensweg ziet, het beleven van de mensenwijdingsdienst binnen de Christengemeenschap en mooie wolkenluchten met zon. “Bij opdrachten vind ik het fijn als er een uitdaging in zit om iets te leren wat ik nog niet kan. Het meeste plezier beleef ik echter in mijn vrije werk waarbij ik geen concessies hoef te doen. Van sommige werken weet ik nog steeds niet of het af is of dat ik er verder mee zal gaan.” Hij wijst op een stenen beeld, een hoofd van een vrouw. Ernaast liggen een hamer en een beitel. “Daar ben ik al 20 jaar mee bezig. Boetseren met klei of was ligt mij beter.”
Christengemeenschap
Tijd voor een relatie was er na het ongeluk wel. Lieke kwam in zijn leven. Eindelijk vond hij zijn grote liefde. Zij was met haar drie zoons al geruime tijd alleen. Hij ontmoette haar bij de Christengemeenschap in Rotterdam.
“Vanaf mijn zesde jaar ben ik opgegroeid met de Christengemeenschap. Als tienjarige ging ik voor het eerst naar een kinderkamp en vond het toen een ramp.” Heimwee speelde hem parten. “In mijn tijd golden er strengere regels, zoals verplicht karnemelk drinken, ook als je er niet van hield.” Bovendien had hij het gevoel dat hij voor zijn moeder thuis moest zijn, na de scheiding van zijn ouders. “Als oudste zoon - ik had twee jongere broertjes en een oudere zus - werd mij gezegd dat ik het gezin moest helpen dragen.”
Na de jeugdwijding op zijn 14e heeft hij zich een tijd van de Christengemeenschap los gemaakt om er uiteindelijk, na zijn roerige pubertijd weer terug te keren. “Dat was een bewuste keuze die ik toen maakte. Wat ik daar beleefde heeft mij weer een nieuw leven gegeven. Twaalf jaar zat ik in de leiding van de kinderkampen. In die periode kwam er een versoepeling in de regels, dat strakke hoefde van mij niet zo. Het was leuk en inspirerend.”
Liefde
Samen met Lieke en haar zoons heeft hij in Frankrijk, in Fontaines, een ruïne verbouwd tot een vakantiehuis, waar hij ook cursussen geeft waarin hij iets van zijn ontwikkelingsweg probeert mee te geven (zie het artikel over Fontaines op pagina XX). “Je bent niet voor niets op aarde. Waar het mij om gaat is het omvormen van de stof om het geestelijke weer te geven, de materie te doordringen met liefde.” Hij noemt de Christusimpuls waar het scheppende uit voort kan vloeien en vertelt hoe hij tracht te schilderen vanuit een religieus beleven. “Het is één van de thema’s van mijn werk, het verbeelden van de weg die de mens moet gaan, door de aardse materie heen, alvorens terug te keren naar het licht."
Hij wijst op een schilderij. Vanaf de zijkanten is in vele lagen en kleuren het ‘pad’ als een tunnel verbeeld dat in het midden uitmondt in een felle gloed, als een zon. Aan de andere kant van de kamer hangt een haast even groot werk dat zachter is van aard, de warme kleuren lijken op te stijgen en gaan vloeiend in elkaar over. Stil vertellen ze Diederik’s verhaal dat zo moeilijk in woorden is te vatten.
Kasper Heineke
Seoizoener Lente 2007
Foto: ‘Zonlucht’ Diederik van Leeuwen