Volgers en Vormers
Volgers en Vormers
Boekrecensie Seizoener zomer 2013
Volgers & Vormers van Tobias Reijngoud [www.tobiasreijngoud.nl ]
Vraag een groep schrijvers, dichters, pedagogen, psychologen, filosofen, theologen, hoogleraren, bestuurskundigen, opiniepeilers, columnisten en andere kopstukken naar hun ideeën omtrent het huidige onderwijs en zie je dan door de bomen het bos nog? Zeker! In dit spraakmakende boek laat Tobias Reijngoud onder meer Huub Oosterhuis, Micha de Winter, Maurice de Hond, Désanne van Brederode, Jan Siebelink, Ad Verbrugge en Alexander Rinnooy Kan vanuit hun professionele visie een schets leveren van wat hen werkelijk aan het hart gaat. Het is in enkele thema's te vatten.
Al meteen in de proloog van Volgers & Vormers wordt dit duidelijk. Het hoofdthema is terug te voeren tot de 'economisering van het onderwijs': een rechtstreeks gevolg van een vergroting van de vrijheid om een steeds luxueuzer en egocentrischer leven te kunnen leiden. De huidige 'materiële ongeremdheid' ziet de schrijver als een teken dat we 'leven in de pubertijd'. De andere elkaar overlappende thema's gaan over de kwaliteit van het huidige lerarenaanbod, waarbij tevens vraagtekens gezet worden bij het grote tekort aan mannelijke leerkrachten in het basisonderwijs; de uniformiteit van toetsen; het steeds verdere inperken van de vrijheid van onderwijs; de focus op exacte vakken ten koste van het kunstzinnige en ten slotte de lange weg van de rijksbijdragen naar de scholen via besturen, managers en andere onderwijsondersteunende of adviserende instanties.
Na de proloog presenteert Reijngoud de hoofdlijnen uit vijftien interviews en een korte geschiedenis van het onderwijs van de laatste decennia. De interviews die daarop volgen, worden in het midden van het boek onderbroken door enkele impressies uit klassen die hij voor zijn onderzoek bezocht. Tot slot zijn korte biografieën van de geïnterviewden en een bewonderenswaardige hoeveelheid noten en literatuurverwijzingen opgenomen.
Wat in dit zorgvuldige onderzoek opvalt, is dat men elkaar nauwelijks tegenspreekt. Het lijkt erop dat we ons geen zorgen hoeven te maken als het gaat om een gedegen visie over wat goed onderwijs moet zijn en hoe je dat vormgeeft. Het cruciale punt is hoe het kan dat zulke heldere gezichtspunten niet terecht komen bij de verantwoordelijke uitvoerders. Een enkele opvatting vliegt mijns inziens kansloos uit de bocht: verplichte sterilisatie van vrouwen uit bepaalde bevolkingsgroepen omdat het opvoeden van hun kroost voor scholen een onbegonnen zaak is, zoals Adjiedj Bakas bepleit. De leerkracht vervangen door een iPad en de basisschoolkinderen laten begeleiden door coaches, een inmiddels gerealiseerd plan van Maurice de Hond, lijkt me ook erg controversieel. Zeker als je bedenkt dat de ontwikkelaars van die iPad en hun collega's van andere digitale giganten in Sillicon Valley hun kinderen liever naar een vrijeschool sturen omdat daar zeer beperkt gebruik gemaakt wordt van computers.
Nu ik toch over vrijescholen ben begonnen: men zou het boek na lezing voor het grootste deel kunnen opvatten als een pleidooi voor vrijeschoolonderwijs. Het belang van de eigenzinnige leerkracht, van sociaal bewustzijn, van uitstekende lerarenopleidingen, van het overwinnen van weerstanden, van minder overheidsbemoeienis, van het behouden van het kunstzinnige, van beweeglijk onderwijs, van de onmisbare geestkracht van de opvoeder en de magie van de onderwijzer, het komt allemaal aan bod. Thema's waar de vrijescholen juist zo sterk aan hechten en die helaas, net als bij andere scholen, door overheidseisen onder druk staan. Zoals in het begin van het boek Nietzsche aangehaald wordt uit een betoog van 1872: "Het onderwijs staat in het teken van het nut of beter gezegd van het salaris...", zou in dit licht besloten kunnen worden met een citaat van Rudolf Steiner uit 1922: "Een vrije school is een school waar het mogelijk is dat opvoeders en leraren alles dat zij vanuit hun kennis van de mens en de wereld en vanuit hun liefde voor het kind voor wezenlijk houden, in de school tot uiting kunnen brengen. Een onvrije school is een school waar de leraar verplicht is om te vragen: wat is voorgeschreven voor de eerste klas, wat is voorgeschreven voor de tweede klas, hoe moet dit lesuur er volgens de wet uitzien?"
Met Volgers & Vormers is Tobias Reijngoud niet over één nacht ijs gegaan. In tegenstelling tot de quote 'onderwijs heeft geen vijanden maar ook geen echte vrienden' van Alexander Rinnooy Kan, aangehaald op de achterkant van het boek, is deze nijvere journalist zeker een vriend voor de zo intens geplaagde sector!
Kasper Heineke
Meer over dit boek op:
http://www.onderwijsfilosofie.nl/denkfiguren-bibliotheek/recensies/recensie-tobias-reijngoud/
maandag 1 juli 2013